Huurbeleid

Op 31 maart 2025 hebben de Huurdersraad en de directie van De Woonschakel een besluit genomen over het huurbeleid voor de periode 2025-2028.

Vanaf 2026 wordt er weer een vaste regel ingevoerd: de jaarlijkse huurverhoging is gebaseerd op de gemiddelde inflatie van de afgelopen drie jaar. Door eerdere overheidsmaatregelen zijn er grote verschillen in huurprijzen ontstaan. Voor dezelfde soort woning kan de huur nu meer dan € 100 per maand verschillen.

Nieuw huurbeleid

Gekeken is hoe een eerlijk en duidelijk huurbeleid kan worden gevoerd. Dit beleid moest voldoen aan vijf belangrijke uitgangspunten:
1. De huurverhoging volgt de inflatie en er komt geen extra opslag voor bestaande huurders om nieuwbouwkosten te dekken .
2. Als een woning verduurzaamd wordt (bijvoorbeeld ‘gasloos’ gemaakt), gaat de huur niet direct omhoog.
3. Minimaal 65% van de woningen blijft betaalbaar voor tweepersoonshuishoudens met huurtoeslag.
4. Het huurbeleid wordt duidelijk en voorspelbaar, zodat er een betere balans komt tussen de huurprijs en de kwaliteit van woningen.
5. De corporatie blijft financieel gezond, ook op de lange termijn.

Afspraak over huurprijzen 2025-2028

Voor deze periode zijn de volgende afspraken gemaakt:
• Per 1 juli 2025 stijgt de huur gemiddeld met 4,25%, waarbij de maximale huurverhoging voor een individuele woning € 26,10 bedraagt.
• Van 2026 tot en met 2028 wordt de jaarlijkse huurverhoging gebaseerd op de gemiddelde inflatie van de drie voorgaande jaren.
• Als er onverwachte grote veranderingen plaatsvinden, zoals een inflatie boven de 5% of het verdwijnen van de belastingplicht voor woningcorporaties, wordt het huurbeleid opnieuw besproken met elkaar.

De Huurdersraad en directie zijn kritisch over het huidige rijksbeleid. De rijksoverheid weigert de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties af te schaffen, ondanks dat corporaties geen winstoogmerk hebben. Alle gelden worden geïnvesteerd in de volkshuisvesting en bijv. niet aan aandeelhouders uitgekeerd. Jaarlijks verdwijnt hierdoor 9 à 10% van de huren (circa € 4,5 mln.) als belasting naar de rijksoverheid. Huurders betalen iedere maand dan ook feitelijk meer huur dan nodig zou zijn.